Zaterdag 11 juni: Augusta (ME) – Bar Harbor (ME)
De Westkant
De wekker gaat iets te vroeg naar onze zin. Maar we moeten nog een stukje rijden naar het Nationale Park, dus we staan toch maar op. We lopen naar de ontbijtzaal en er is genoeg plek. Er zijn alleen geen bagels te bekennen, dus rooster ik maar wat toast en bak ik een wafel. Martijn heeft meer geluk. Zowel zijn geliefde frootloops als zijn aardbeien-bananen yoghurtje hebben ze hier wel.
Na het ontbijt, pakken we de koffers en zijn nog voor 10-en onderweg naar Acadia NP. De planning voor vandaag is om de westkant van het park te bezoeken. Morgen bezoeken we dan de oostkant. De weg richting het park is enorm saai. Alleen maar snelweg, maar niets spannends te beleven aan de linker of rechterkant. Veel bomen, dat wel. Onderweg gooien we de auto weer vol met benzine en kopen we gelijk wat ruitenwisvloeistof. Deze is al sinds we de auto huren leeg, maar pas nu merken we de hoeveelheid muggen op de autoruit. Dan is het toch wel lekker om af en toe wat vloeistof te kunnen sproeien.
Als we bijna bij het park zijn, rijden we in eerste instantie het visitor center voorbij, dus keren we om. We nemen wat foldertjes mee en zijn dan weer op weg. De westkant van het park bestaat eigenlijk uit een een hoofdweg wat eigenlijk niet als Nationaal Park wordt gezien. Pas als je de verschillende aftakkingen van de hoofdweg inrijdt, kom je in het park. Niet dat er een officieel bord erbij staat, maar de melding ‘leg je entreekaart aka parkenpas zichtbaar in je auto’ komt meerdere malen terug. Wij hebben deze pas nog van vorig jaar.
Onderweg zien we ineens een hertje langs de kant staan. We schrikken er een beetje van, want we willen niet dat hij onverwachts over gaat steken. Maar het hertje schrikt net zoveel van ons als wij van hem (of haar?) en springt zo de bossen weer in. Helaas was ik net te laat voor een foto.
We rijden Pretty Marsh in met de hoop op spectaculair uitzicht, maar het enige wat je hier kunt doen is picknicken. Door de bomen zie je wel wat water, maar om daar te komen, moet je een behoorlijk eind naar beneden lopen, door het bos. Er is niet echt een pad ofzo. Dus dat doen we maar niet. Had ik al gezegd dat het ongelooflijk koud is? Ofja, in tegenstelling tot het begin van onze vakantie. Toen gutste het zweet gewoon letterlijk van je voorhoofd. Nu is het echt te koud voor alleen een t-shirt. Zo’n 10 á 11 graden.
Inmiddels hebben we best wel trek gekregen, maar in het park is vrij weinig te vinden. We hopen wat te vinden in Bass Harbor (niet te verwarren met Bar Harbor. Bass Harbor ligt in het zuiden van de westkant. Bar Harbor ligt ten oosten van de oostkant). Maar helaas. Ook hier is niets te vinden. We rijden dan maar door naar de Bass Harbor Vuurtoren. Een kleine wandeling naar beneden brengt je naar… ja, wat eigenlijk? Een kleine vuurtoren, met uitzicht op het water. Maar meer is er niet te beleven. Snel maar weer terug naar de auto, want buiten is het koud.
Iets verderop ligt Ship Harbor. Een trail die ik eigenlijk op de planning had staan om te gaan lopen. Maar dit kost ongeveer een uurtje van je tijd en zonder eten in de maag, gaan we dat niet doen. Ook omdat het buiten niet zo’n lekker weer is, dan is er geen lol aan om een uur in de kou rond te gaan lopen. We zijn eigenlijk al een beetje klaar met dit park. De westkant dan in ieder geval. Hopelijk biedt morgen de oostkant veel meer. Op de plattegrond ziet het er ook veel leuker uit. Dan rijdt je over de Park Loop Road, midden door het park. Nu rijdt je eigenlijk er steeds langsaf.
Ineens zien we wéér een hertje uit de bossen komen en deze steekt wél over! Gelukkig kunnen we op tijd wat remmen, maar tjee zeg. Je zou zo’n dier maar op je motorkap krijgen. Lijkt me geen pretje. Ook voor het dier overigens niet natuurlijk. Gelukkig is hij snel aan de overkant en verdwijnt hij in de bossen. Toch al twee keer wildlife gezien vandaag. Leuk ? Vervolgens rijden we het plaatsje Southwest Harbor in. Hier zit gelukkig wél iets te eten. Alhoewel, meer dan een kraampje met wat dure grote visgerechten is het niet. Al hebben ze ook een hotdog van bijna 4 dollar. Laten we die maar pakken dan, hebben we in ieder geval iets. Achter het kraampje hoor ik ineens geblaat. Oh, een klein geitje, wat lief! Of is het een bokje? Maar wat is hij lief. Hij eet wat gras uit mijn hand en wil geaaid worden. Zo schattig.
De hotdog is klaar en we eten het op in de auto. En wat smaakt hij heerlijk zeg! Het broodje is ook mee geroosterd en dat maakt het geheel wel erg lekker. Veel beter als de hotdog van de pub bij Mayflower II. Dat zag er op de menukaart erg lekker uit, maar was eigenlijk wat aan de kleine kant. Nadat we het broodje opgepeuzeld hebben, besluiten we om richting het hotel te gaan. Inchecken is alleen pas vanaf 15.00 uur en onze Tom zegt dat we er om half 3 al zijn. Hm, dat is net wat te vroeg nog dus. Onderweg pikken we dan ook nog een stop mee bij Echo Lake Beach. Er zijn zelfs wat tieners in het water. Die zijn gek! Brrr…
Iets verderop zien we een winkel waar ook drank wordt verkocht. Ja, dat hebben we wel nodig, gok ik zo. Hier in een afgelegen park. We kopen een fles van de Bearfoot Muscato Rosé en een pakket van 12 kleine blikjes Budweiser Lima-a-Rita: ‘Margarita with a twist’.
We rijden weer verder en zijn uiteindelijk om kwart voor 3 bij het hotel, maar kunnen al inchecken. We krijgen kamer 225 toegewezen. Een kamer op de eerste verdieping en ze hebben hier geen lift. Oef, dat wordt koffers tillen. Gelukkig zijn ze niet zo zwaar meer. Veel spullen hebben we eruit gehaald om in de auto te laten liggen (zoals zware boeken, het statief en de schoenen). Op de kamer doen we vrijwel meteen beide de ogen even dicht. Het was blijkbaar toch wat vroeg vanochtend. En als dan de westkant van het park ook nog wat tegenvalt, en het weer zit ook niet echt mee. Dan mag er best wel een moment van rust ingelast worden, toch?
Na een uur openen we beide de ogen weer. Martijn gaat verder met het installeren van de laptop, terwijl ik nog even twee afleveringen van GTST bij kijk. Ben ik ook weer op de hoogte van alle liefdesperikelen uit Meerdijk.
Inmiddels hebben we ook al goed honger gekregen. Dat mag ook wel, want het is toch alweer 19.00 uur. We lopen naar de receptie en vragen naar een plattegrond van het plaatsje hier. Ze verwijst ons naar de Mainstreet, waar alle lekkere restaurantjes zitten. Een minuut of 10 lopen vanaf hier. We zien een paar restaurants wat het nét niet is en zien dan een Mexicaan, Jalepeno. Daar hebben we eigenlijk wel zin in. Maar wellicht toch ook even de andere kant op lopen, richting de haven. Pikken we meteen een paar winkeltjes mee. Want de Mainstreet zit vol winkels met prullaria. Altijd leuk om even te zien. Althans, een winkel of twee. Dan hebben we wel weer genoeg gehad van de foute souvenirtjes. Bij de haven is het vrij druk. Je merkt echt dat dit het toeristische gedeelte is. We lopen een rondje en dan via de andere kant van de straat weer terug naar de Mexicaan.
We bestellen een kan Margarita en Martijn gaat voor een vleesgerecht en ik ga eigenlijk voor hetzelfde, maar dan met fajitas. Het smaakt echt heerlijk. Goede keuze…
Na nog geen uur staan we alweer buiten en lopen we terug naar het hotel. Het is maar goed dat we zijn gaan lopen. We voelen de Margarita goed hangen. Eenmaal terug op de kamer, gaan we gewoon door met de Margarita en pakken we een blikje Lime-a-Rita. Morgen wellicht wat langer uit slapen. Tot 10.00 uur is het ontbijt. En dan hopelijk met een leuker dagje Acadia Nationaal Park.
Aantal gereden miles: 159 (256 kilometer)
Weertype: bewolkt en fris.